De Huismus
'De gezelligste vogel van Nederland' Bron: Jeanet van Zoelen op Vogelbescherming 13 okt 2021
Geen vogel zo gezellig als de huismus.
Altijd samen met een boel andere stellen bij elkaar en altijd op dezelfde plek! U kunt 5 dingen doen om uw tuin een thuis voor ze te maken.
Eerst maar een misverstand wegwerken. Wat wij 'gezellig' noemen, is voor een mus natuurlijk louter overleven (Is dat bij de mens eigenlijk wel wezenlijk anders?). Huismussen leven, slapen, broeden, eten en doen eigenlijk alles wat ze doen in groepsverband. Zo kunnen ze elkaar waarschuwen voor mensen, katten, sperwers, ratten en alles wat in hun ogen riskant is.
Mussen roepen elkaar voor het eten
Als u de vogels wel eens voert, is het u vast opgevallen dat mussen er altijd als de kippen bij zijn. Het voer raakt de grond nog niet of het miegelt ervan. Hoe weten ze toch zo snel dat het eten klaar staat? Logisch: ze seinen elkaar niet alleen bij gevaar, maar óók als er wat te halen is. Het lijkt misschien niet slim, omdat ze dan veel concurrenten hebben bij het eten. Toch profiteren ze er allemaal van, want samen hebben ze ook sneller in de gaten als er ergens wat te halen is. Als u vaak voert, beginnen ze al te kwetteren als u naar buiten komt.
Het luizenleven van de mus
Hebben ze een volle buik, dan is het mussenleven een luizenleven. Dan ziet u ze gemoedelijk badderen, opgetogen kwetteren in de heg, of lekker lummelen in de zon. Soms nemen ze een zand- of zonnebad om de veren te verzorgen en parasieten kwijt te raken. Wel weer met z’n allen natuurlijk; ze houden om de beurt een oogje in het zeil.
De grootste afname lijkt voorbij
Het is lang erg slecht gegaan met de huismus in Nederland. Het aantal is in de afgelopen dertig jaar gehalveerd en hij staat dan ook niet voor niets op de Rode lijst van de Nederlandse Broedvogels. De grootste afname lijkt nu gelukkig voorbij: de recente aantallen schommelen.
De huismus voelt zich thuis bij mensen
Huismussen voelen zich overal thuis waar mensen wonen, dus ook in de stad. Wonen ze bij u? Dan blijven ze daar, winter en zomer. De meeste huismussen leven in een groene, rommelige omgeving aan de stadsranden of op het platteland. Logisch, in een omgeving vol tegels en beton vinden ze nu eenmaal geen nestplekken of voedsel.
5 Tips om de huismus te helpen
U kunt vijf dingen aanbieden om huismussen te helpen of om ze over te halen ook uw tuin te koloniseren. Let wel: huismussen blijven hun hele leven op een plek, dus willen ze wel dat uw tuin voldoet aan álle wensen! Ontbreekt één van deze zaken? Snel werk van maken!
1. Een (altijd groene) haag, stekelige struik of klimplant. Denk aan conifeer, klimop, hulst of een beuk- of ligusterhaag. Huismussen houden van behaaglijke beschutting.
2. Een zanderig plekje (haal gewoon een stoeptegel weg). Een zandbad helpt bij het verzorgen en gezond houden van hun veren.
3. Een platte schaal met water of een vijver met een vlakke oever. Om te badderen en te drinken.
4. Wat extra voer: mengsels met zaden en pitten op een voertafel of gewoon op de grond. Daarnaast hebben ze in de broedtijd insecten nodig voor hun jongen, die lokt u met bloeiende bloemen en een minivijver.
5. Voldoende nestgelegenheid: hang eens een nestkast voor ze op.
Eigen observatie:
Het is interessant hoe wij als mensen meestal naar de natuur kijken vanuit ons eigen perspectief. Dat wordt ingegeven door onze genen in combinatie met onze normen en waarden.
Het gevolg is dat wij tegenwoordig in ons land kijken door een vooral christelijke en neoliberale bril. De mens is in dit beeld superieur aan de natuur en in beide gevallen claimt hij de baas erover te zijn.
Bestudering van de huismus levert iets heel interessants op. Indien de mus gebrek aan voedsel heeft en in de paringstijd, dan zien we concurrerend gedrag, een beetje vergelijkbaar met dat van ons.
Wanneer de mus over voldoende voedsel beschikt dan kun je heel ander gedrag waarnemen. De mus leeft dan in zijn groepje, zijn commune, waarin verdraagzaamheid, tolerantie en het collectieve gevoel een grote rol spelen.
Zitten een aantal mussen op de grond en komt er door de struiken een kat aangeslopen, dan waarschuwen de communegenootjes hen vanuit de hoger gelegen plek voor gevaar. Hangt er een vetbol, dan wachten verreweg de meesten op hun beurt om te eten. Ze geven wel aan dat ze graag aan de beurt komen, maar dat gaat meestal volledig vreedzaam.
Het idee van hamsteren en je profileren ten koste van de ander tref je niet of nauwelijks aan.
Het lijkt er het meest op dat de mussen het groepsbelang voorop stellen in het vertrouwen, dat wat goed voor de groep is ook wel goed zal zijn voor elke mus individueel.
Genoeg is genoeg lijkt hun levensmotto, zolang aan hun basis levensvoorwaarden is voldaan. En als daar iets aan ontbreekt gaan ze op zoek naar de ontbrekende schakel. Daar laten ze het bij.
We zouden er best wel iets van op kunnen steken, als we het hebben over duurzaamheid, grenzen aan de groei en dat soort basale zaken in het leven.
Je hoort toch liever het gekwetter van een groep mussen, die domweg op een decimeter afstand van elkaar een paar keer per dag een uurtje samenkomen op de takken van een boom, dan ons zinloze gekibbel in Den Haag om maar een vergelijking te maken.