26-09-2018
De Tamme Kastanje op de rand van Groningen en Haren laat op 26 september haar vruchten vallen.
Meer over vier Tamme Kastanjes ook in het liedje van Georges Brassens: 'Le Vingt-Deux Septembre' in 'Songteksten'.
De Tamme Kastanje (Castanea sativa) is een loofboom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae), die van nature voorkomt in het Middellandse Zeegebied. De boom kan een hoogte bereiken van 25-35 meter. Kenmerken:
De tamme kastanje is gemakkelijk herkenbaar aan de lange, grof gezaagde lancetvormige bladeren. Deze zijn glanzend donkergroen aan de bovenzijde. De onderzijde is ietsje lichter. Na het uitlopen van de bladeren verschijnen de hoofdjesjachtige mannelijke bloemen die als een parelsnoer aan rechtopstaande, lange katjes zitten. De vrouwelijke bloemen bevinden zich aan de basis van de katjes, omgeven door een groene, schubachtig bebladerde vruchtbeker. Kevertjes, vliegen en bijen zijn de bestuivers van de tamme kastanje. Van de mannelijke bloemen gaat een geur uit die kevers aanlokt, en op de stempel bevindt zich een zoetsmakend druppeltje nectar. Aan de rijpe vrucht blijft vaak de mannelijke, aarvormige bloeiwijze zitten. De vruchten zijn leerachtige, glanzend bruine noten. Meestal zitten er drie bijeen in een geelbruine, gestekelde, vrij grote vruchtbeker (cupola). Deze openen zich met 4 kleppen. De stekels zijn een soort afweerwapen tegen de voortijdige aanval door vogels en eekhoorns. Meerstammigheid is een bekend verschijnsel bij de tamme kastanje.
Bron: Wikipedia.
Meer over vier Tamme Kastanjes ook in het liedje van Georges Brassens: 'Le Vingt-Deux Septembre' in 'Songteksten'.
De Tamme Kastanje (Castanea sativa) is een loofboom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae), die van nature voorkomt in het Middellandse Zeegebied. De boom kan een hoogte bereiken van 25-35 meter. Kenmerken:
De tamme kastanje is gemakkelijk herkenbaar aan de lange, grof gezaagde lancetvormige bladeren. Deze zijn glanzend donkergroen aan de bovenzijde. De onderzijde is ietsje lichter. Na het uitlopen van de bladeren verschijnen de hoofdjesjachtige mannelijke bloemen die als een parelsnoer aan rechtopstaande, lange katjes zitten. De vrouwelijke bloemen bevinden zich aan de basis van de katjes, omgeven door een groene, schubachtig bebladerde vruchtbeker. Kevertjes, vliegen en bijen zijn de bestuivers van de tamme kastanje. Van de mannelijke bloemen gaat een geur uit die kevers aanlokt, en op de stempel bevindt zich een zoetsmakend druppeltje nectar. Aan de rijpe vrucht blijft vaak de mannelijke, aarvormige bloeiwijze zitten. De vruchten zijn leerachtige, glanzend bruine noten. Meestal zitten er drie bijeen in een geelbruine, gestekelde, vrij grote vruchtbeker (cupola). Deze openen zich met 4 kleppen. De stekels zijn een soort afweerwapen tegen de voortijdige aanval door vogels en eekhoorns. Meerstammigheid is een bekend verschijnsel bij de tamme kastanje.
Bron: Wikipedia.