22-09-2020
Ook voor dit mooie plaatje van een beekdal in Twente geldt, dat het weinig zegt over de verdroging.
We zien een mooi riviertje met prachtig begroeide oevers en een mooie boom op de voorgrond.
De aanwezigheid van het stroompje zegt dat er water door het dal stroomt, maar wat zegt het verder?
In de directe omgeving van het dal, langs de oevers zal er genoeg vocht zijn om planten en bomen van water te kunnen voorzien. Maar, is dat ook het geval op de oevers iets verder verwijderd en op de heuvel iets hogerop?
Het wordt wel gezegd dat de natuur om in stand te blijven als een spons zou moeten werken. In de winter en in het voorjaar loopt de spons vol en kan de begroeiing daar van profiteren. Dat zou zo kunnen doorgaan, ook in de zomer. De spons droogt ietsje op en regenwater vult dat weer aan.
Alleen is er dus het 'probleem' van de boer, die in het voorjaar geen drassig land wil hebben. Daarom voeren 'wij' in Nederland dat oppervlaktewater zo snel mogelijk af. De boer kan dan zijn land op, maar de spons droogt er door uit. Dat is wat de 'verdroging' inluidt, tenminste voor zo'n zestig procent, de rest wordt opgesoupeerd door o.a. de industrie en de drinkwatervoorziening.
Loopt het beekdal leeg, dan heeft ook de boer een probleem, hij heeft minder water voor beregening. Dat kan hij nog opvangen door meer grondwater op te gaan pompen of door water landinwaarts trachten te pompen, van de rivieren en kanalen richting slootjes. Maar wordt de natuur daar mee geholpen, die het alleen moet hebben van de spons? Nee dus, die legt het loodje.
Wat 'Natuurbeheerders' nu doen door waterbekkens, middels dammetjes en andere 'slimme' bouwwerken aan te leggen, biedt een oplossing voor de boer, maar wat levert het de natuur op? Weinig, het is een schijnoplossing die mooie plaatjes oplevert in de beekdalen en langs de oevers, maar de natuur in de omgeving schiet er niets mee op.
Het enige echte antwoord is dat de spons weer gevuld moet worden en blijven en daarvoor is een ander beleid nodig, dat niet gedomineerd wordt door de landbouwlobby. Zo niet dan dreigt er een catastrofe voor 'onze' natuur.
We zien een mooi riviertje met prachtig begroeide oevers en een mooie boom op de voorgrond.
De aanwezigheid van het stroompje zegt dat er water door het dal stroomt, maar wat zegt het verder?
In de directe omgeving van het dal, langs de oevers zal er genoeg vocht zijn om planten en bomen van water te kunnen voorzien. Maar, is dat ook het geval op de oevers iets verder verwijderd en op de heuvel iets hogerop?
Het wordt wel gezegd dat de natuur om in stand te blijven als een spons zou moeten werken. In de winter en in het voorjaar loopt de spons vol en kan de begroeiing daar van profiteren. Dat zou zo kunnen doorgaan, ook in de zomer. De spons droogt ietsje op en regenwater vult dat weer aan.
Alleen is er dus het 'probleem' van de boer, die in het voorjaar geen drassig land wil hebben. Daarom voeren 'wij' in Nederland dat oppervlaktewater zo snel mogelijk af. De boer kan dan zijn land op, maar de spons droogt er door uit. Dat is wat de 'verdroging' inluidt, tenminste voor zo'n zestig procent, de rest wordt opgesoupeerd door o.a. de industrie en de drinkwatervoorziening.
Loopt het beekdal leeg, dan heeft ook de boer een probleem, hij heeft minder water voor beregening. Dat kan hij nog opvangen door meer grondwater op te gaan pompen of door water landinwaarts trachten te pompen, van de rivieren en kanalen richting slootjes. Maar wordt de natuur daar mee geholpen, die het alleen moet hebben van de spons? Nee dus, die legt het loodje.
Wat 'Natuurbeheerders' nu doen door waterbekkens, middels dammetjes en andere 'slimme' bouwwerken aan te leggen, biedt een oplossing voor de boer, maar wat levert het de natuur op? Weinig, het is een schijnoplossing die mooie plaatjes oplevert in de beekdalen en langs de oevers, maar de natuur in de omgeving schiet er niets mee op.
Het enige echte antwoord is dat de spons weer gevuld moet worden en blijven en daarvoor is een ander beleid nodig, dat niet gedomineerd wordt door de landbouwlobby. Zo niet dan dreigt er een catastrofe voor 'onze' natuur.